Antidorcas marsupialis
Springbokken danken hun naam aan de hoge (3 meter!) sprongen die ze maken als ze belaagd worden door een roofdier. Daarbij houden ze hun hals omlaag en hun poten stijf, en zetten ze een pluk lange, witte haren aan de staartbasis op. Voor het roofdier betekenen de hoge sprongen: “wij zijn gezond en sterk; wij zijn moeilijk te vangen”. Voor de soortgenoten betekent de witte haarpluim: “pas op, er dreigt gevaar!”. Springbokken leven in gemengde groepen (tot 100 dieren), met meerdere mannetjes en vrouwtjes en hun nakomelingen, op de savanne van zuidwest Afrika. Daar eten ze gras, blad, bloemen en wortels van planten.